De vijl moet altijd schuin liggen, niet parallel.
Werk nu in een hoek van 88 graden in de richting die op elke vijl met een pijl is aangegeven. Maak kleine, gelijkmatige bewegingen langs de rand van de hele ski. Er wordt altijd van het begin tot het einde van de ski geslepen. De resten die tijdens het schuren ontstaan, worden verwijderd met een microvezeldoek.
Er is een slijpbraam ontstaan die verwijderd moet worden. Hiervoor gebruikt u weer het schuurrubber of een diamant. Plaats het schuurrubber parallel aan het oppervlak en trek het van voor naar achter. Als u een diamant hebt, maak deze dan vochtig en doe hetzelfde.